Remouchamps-Ferrieres-Remouchamps

De afgelopen 4 jaar heb ik elk seizoen 4 koersen gewonnen. Van rondje om de kerk tot Nederlands kampioenschap. Elk jaar 4.

Maar dit seizoen stond ik nog steeds op 3 overwinningen..Eentje te weinig. Het seizoen mocht niet eindigen voordat ik mijn 4e overwinning had behaald.

De vorige wedstrijden in dit gebied ben ik vrijwel elke keer hard op m’n bek gegaan.

We zijn gestart. Vanwege de mislukte vorige keren in dit gebied besluit ik rustig aan in “de buik” van het peloton te beginnen. Als ik over de helmen heenkijk zie ik regelmatig renners aanvallen, maar deze keer denk ik”laat ze maar” in plaats van “ik moet mee”.

Na 30 kilometer begin ik langzaam naar voren te gaan. Vooraan word het gedrang erger, iedereen wil op de eerste rij zitten. In een scherpe bocht naar links steek ik gemeen binnendoor. Waardoor een renner voor mij moet uitwijken. “Zot!” zegt de renner. Ik vervolg mijn weg naar het front.

Kopgroep

Ik zit vooraan. De teller geeft 40km aan. Vrijwel direct demarreert er een renner, en nog een, en nog een. Ik spring mee. Er sluiten nog een aantal renners aan. we zijn nu met 11 man.

In het begin van de ontsnapping draaien alle renners nog mee en groeit de voorsprong. Als we 1 minuut hebben zijn er een aantal die zich al gaan sparen. Andere volgen, steeds minder renners rijden mee. En als ze rijden dan is het met de handrem erop.

We draaien een klim op, we hebben nog maar 30 seconden voorsprong. Ik kijk achterom op een lang recht stuk van de klim. Ik zie dat het peloton snel nadert. Met dit tempo zijn we zo teruggepakt. Ik probeer toch nog wat renners zo ver te krijgen om mee te gaan rijden. Maar niemand wil meer. Ik: “kom op!” renner: “hnngg pfff nheej!” Ik zit nog fris. Waarschijnlijk vanwege m’n zuinig rijden in het begin.

Ik rijd op kop van het groepje nu. “niet versnellen” zegt een renner. Ik kijk op de teller.. 50km gereden, nog 60 te gaan. Ik demarreer. Geïnspireerd door de filmpjes van VDB die de Redoute opknalt. Op het buitenblad, handen onderin de beugel. Ga ik omhoog.

Ik kijk achterom, de groep is al klein geworden. Alleen nog gekleurde stipjes met draaiende voeten. Ik moet gaan zitten en schakel terug, want de benen beginnen te lijden onder het zware verzet.

Alleen

Een motor komt naast me rijden. ” Allez ga goew eh!” en z’n bijrijder laat een bord zien. Anderhalve minuut op het peloton al! Dat is snel gegaan. Ik vervolg mijn solo. Eet en drink wat in de korte afdalingen om daarna zo snel mogelijk weer een heuvel op de knallen. De eerste paar keer nog staand zoals de eerste keer, maar na een paar keer lukt het niet meer. De verzuring begint toe te slaan. Iets te hard rijden en de benen worden langzaam opgestapeld met dynamiet.

De motor komt weer naast me rijden. 2 man rijden op 20 seconden en het peloton is genaderd op 1.15. De teller geeft 90km aan, nog 20 te gaan.

Ik heb een trainingsrondje van precies 20km, een mini-rondje. na een kleine 3 kwartier zit dat rondje erop. De gedachte dat het nog maar kort is geeft me weer wat kracht. Ik kijk achterom,  zie nog geen 2 renners. Ik blijf alleen rijden. De benen beginnen nu echt te branden, eten en drinken helpt niet meer. Ik heb teveel gevraagd van mijn magere lange benen. Maar ik moet door! nog maar 20km, het mini-rondje.

Sean en Gabriel

Er staat een bord langs de kant. 10km staat er groot op. Ik kijk nog eens achterom, de 2 achtervolgers rijden op 30 meter. Ik wacht.

Het zijn Sean de Bie en Gabriel Forget. 2 renners die ik vaker ben tegengekomen in finales van zware koersen. Geen pannenkoeken. Sean heeft een eindsprint in  de benen en Gabriel kan hard versnellen op een korte klim.

Ik sla wat beurten over met draaien, als de benen iets minder protesteren draai ik weer mee. Het peloton op 45 sec. 8km te gaan. Sean slaat een beurt over, zenuwen spelen op. Gelukkig doet hij het maar 1x. We moeten met zijn 3e blijven rijden, want het peloton volgt nu op 30 seconden.

La Redoute

Met nog 5km te gaan draaien we de Redoute op. Ik zet mij in het laatste wiel. Om het overzicht te houden, maar vooral omdat ik helemaal verrot ben. Elke omwenteling is er 1 teveel. Ik heb mijn versnelling op het allerlichtst staan. 1 tandje zwaarder en 2 benen van dynamiet ontploffen. We rijden het eerste stijle deel van de klim op . Ik kijk naar de achterband van Gabriel. Sean kijkt om, ik trek een pokerface. Beide versnellen ze niet.

Het steile stuk houd op, en we rijden met z’n 3e dicht bij elkaar, bekijken elkaars gezichten. Maar niemand laat een teken van vermoeidheid zien. De laatste 200 meter van De Redoute gaan ontzettend stijl omhoog.

Sean valt aan! Gabriel reageert meteen, ik in het wiel. De eerste meters protesteren de benen nog niet. Tandje erbij. Met nog 100m te gaan beginnen de benen te verzuren. nog 50m, eigenlijk moet ik lossen. Ik zit nu ruim over de pijngrens waarbij ik normaal gesproken zou lossen. Maar deze keer is niet normaal. Ik rijd op de Redoute en heb ruim 50km alleen gereden. “Verdomme niet lossen!” denk ik. Met nog 20m klim te gaan hang ik zover voorover dat ik m’n voorband met m’n neus kan aantikken. We zijn boven. Ik zit er nog bij, Hap lucht. Sean kijkt om, trekt een sip gezicht.

In de afdaling blijf ik weer in het 3de wiel zitten. Alles gaat goed, de benen denken dat het over is en schreeuwen niet meer om te stoppen. De laatste bocht van de stijle afdaling komt eraan. Ik zie hoe Sean en Gabriel er als motorrijders doorheen scheuren. Ik moet mee, stuur in, ga schuin, te schuin. Mijn achterwiel maakt een sprong, maar weet net op tijd weer grip te vinden. Een stoot adrenaline schiet door mijn hele lichaam. Gabriel en Sean kijken om. Ze houden de benen stil.

Finale

Het is nog 1 lang recht stuk naar de finish van ongeveer 2km. Ik draai nog een paar keer heel rustig mee. Ik wil weer naar de 3e positie zakken maar dan zie ik dat Sean niet meer mee wil draaien en zich in de 3e positie wil zetten. Maar ik moet de 3e positie voor de sprint. Ik houd mijn benen stil, Sean is een slimme renner. Hij weet de concurrentie vaak razend zenuwachtig te maken waardoor ze niks meer kunnen. Zo had hij ook een andere keer gewonnen.

Dus deze keer hield ik m’n benen stil, net zolang tot hij weer in het wiel ging zitten van Gabriel. Hij bleef ook zijn benen stilhouden. Langzaam reed Gabriel weg, hij had het niet door, keek nog niet om.

Ik word zenuwachtig maar laat het niet merken, Gabriel heeft een gat op ons en kijkt om. Op dat moment sprint Sean naar Gabriel toe in een poging mij af te schudden. Het lukt niet, ik blijf in zijn wiel. En het belangrijkste, ik zit in 3e positie. Met nog 1km te gaan rijden we met een slakkengang. Af en toe kijk ik achterom of er nog niks aankomt vanuit het peloton..Niks. Het zal tussen ons 3 gaan. Ik had er vertrouwen in dat ik Gabriel zou verslaan in de sprint. Over Sean was ik minder zeker, terecht. Hij heeft massasprints gewonnen en ik ben een anti-sprinter. Met nog 500m te gaan kijken Gabriel en Sean om de 3 seconden achterom of er al iemand aangaat. Ik hoef alleen naar voren te kijken.

Met nog 200 te gaan heeft nog niemand de sprint in gezet. Zenuwen..aangaan of niet? Nu?! nee, wachten!  Met 150m te gaan zet Sean de sprint in! Gabriel doet een poging te volgen maar ploft vrijwel direct weer in het zadel.

Sean is op volle snelheid. Ik kijk langs hem waar de finish ligt. nog 100m. Ik wacht nog met de poging om eroverheen te gaan. “Wachten , wachten!” zeg ik tegen mezelf. Op 75 meter kom ik uit zijn wiel, heel langzaam kom ik erlangs. Op het moment dat ik bijna naast hem rijd, zet Sean nog een keer aan. Ik blijf alles geven. Kom kruipend weer langszij, we rijden nu zij aan zij. Ik hoor een knal en kijk naar beneden. Alle dynamiet die zich gedurende de koers heeft opgestapeld in mijn benen is ontploft, kramp schiet door alle spieren. Ik wil gaan zitten, maar het mag niet van mijn hoofd. Een spaak voorsprong..een band..2 banden..nu een half wiel voorsprong, de finish komt steeds dichterbij. Sean blijft sprinten. Ik mag geen moment verslappen, anders vliegt hij eroverheen en is alles voor niets.

Sean trekt het niet meer en gaat in het zadel zitten. Ik win de koers. Zo kapot verkrampt en uitgeput dat ik niet eens meer juich. In een fractie is Alle pijn verdwenen. Van vreugde probeer ik iets te doen. Het enige wat eruit komt is een enorme oerkreet. “GRRUUAH!”

De 4e overwinning is binnen, mijn seizoen zit erop.