Inspanningstest. 

Vandaag heb ik een inspanningstest, iets waar ik altijd ontzettend tegenop zie. Bij een inspanningstest zit je op een fiets en wordt steeds wat weerstand toegevoegd. Je moet 90 omwentelingen per minuut aanhouden, en door de toenemende weerstand wordt het dus steeds en steeds moeilijker om dat beentempo vol te houden.

Resultaten van een inspanningstest liegen nooit. Door een inspanningstest zie je waar je grenzen liggen. En natuurlijk: het liefst wil ik geen grenzen hebben. Als ik iets wil dan moet dat kunnen en moet er niet iets zijn als een lichamelijke grens.

Tot de zwarte sneeuw

Mijn moeder garandeerde me die ochtend dat er echt nog maar heel weinig files zijn rond negen uur. Maar uiteraard stond ik op de heenweg naar Medisch centrum Haaglanden in een mooie file. Niet vooruit te branden. En als ik ergens niet tegen kan is het geen vooruitgang. Ik rijd liever om dan dat ik stilsta in een file.

Door de lange file ben ik wel lekker opgefokt, ik sta op springen om mezelf stuk te fietsen. Maar eerst moeten er wat lichamelijke dingen opgemeten worden, zoals lengte, gewicht en lichaamsvet. Zodra het lichaam is opgemeten, kan ik op de wetenschappelijke fiets gaan zitten. Allerlei draden worden aan mijn lichaam vastgeplakt, zodat straks tijdens mijn inspanning al mijn lichamelijke spartelingen te zien zijn.

De test wordt voorbereid. De dokter zet de monitor met alle gegevens van mijn lichaam pal voor mijn neus. “Zet hem asjeblieft uit mijn zicht” zeg ik. Ik wil niet zien dat ik bijna aan mijn limiet zit, of dat ik al kan zien dat ik voor mijn gevoel voldoende heb gepresteerd. Ik zal niet uit mezelf stoppen met trappen, ik ga door tot ik zwarte sneeuw zie.

Hij draait de monitor weg, ik blij.

Floor en Sjaan

De inspanningstest begint, eerst met heel weinig weerstand. No problemo.

En zo gaat er steeds iets meer weerstand bij zonder dat mijn hoofd “stop!” roept. Maar ja, op een gegeven moment komt het gevoel dat er echt steeds een schepje weerstand bij komt. Heel irritant, dag lekker tempootje.

Ik zit nu op de 400 watt zegt de dokter, erg zwaar en een deel van mijn hersens zegt; stop maar, goed gedaan. Maar, een ander stukje zegt; nooit van me leven stop ik, ik ga door tot ik van de fiets val.

Er komt wat weerstand bij, het gevecht in mijn hoofd word steeds heviger. Het lijkt wel een worstelpartij tussen “Sjaan goed gedaan” en “Floor ga door”. Floor wint nog met overmacht. Het zweet gutst uit m’n lichaam. Ik ga door, een goede test betekent veel voor me.

De dokter moedigt me aan; ‘goed zo Jelle, gaat lekker zo!’ Mooi die aanmoedigingen, maar…mijn lichaam staat in de fik.

Hij drukt op een knop..een teken dat er weer wat weerstand bijkomt , ronde 2 tussen Sjaan en Floor. Sjaan komt terug en heeft eigenlijk de overhand in deze partij. Floor weet haar toch op het allerlaatste moment onderuit te halen en wint. Goed gedaan.

Nog een schepje erboven op.. ‘Au, Au , Au’ is het enige wat mijn lichaam doorgeeft, echt kappen nou anders gaat het lichaam stuk. Maar in de laatste minuten wordt het verschil gemaakt. Kampioen of pannenkoek. Ik moet dit wattage 1 minuut volhouden, maar na 15 sec begin ik al sneeuw te zien. Niks aan de hand, pas als de sneeuw zwart wordt is het over.

De dokter telt af hoeveel seconde de minuut nog duurt.  ‘Nog 15 seconden Jelle goed zo!….. (gevoelsmatig kwartier later) …Jaja, nog maar 10…3.2.1 En weer wat erbij!’

Maar dit is de limiet. In de laatste 15 seconden begon de sneeuw al zwart te zien.  De benen werden niet meer goed aangestuurd vanuit de bovenkamer, ze begonnen te zwabberen, ook de omwentelingenteller werd steeds vager.

Feit, Sjaan wint uiteindelijk altijd in een worstelpartij.

Weg bij dit rare lichaam

De weerstand gaat eraf, ik hap naar lucht. M’n hart wil verhuizen, weg bij dit rare lichaam dat zichzelf uitwringt als een washandje.

‘En? Hoe ging die?’ vraag ik. ‘Errug netjes’ zegt de dokter, maar ik weet nog van niks want ik had de monitor niet voor me.

Hij vertelt me dat ik 475 watt heb getrapt.. 50 meer dan vorig jaar. Met een gewicht van iets meer dan 65 kilo kom ik uit op een kilowattage van 7.3!

Mijn doelstelling was tussen de 6.8 en 7 dus dit is erg goed gelukt.

Nog even een plasje in een potje en bloedprikken..

Mijn lichaam staat op een papiertje.