Volg je ademhaling en voel wat die teweegbrengt in je lichaam. Misschien merk je na een tijdje dat je niet meer bewust bezig bent met je ademhaling, maar dat je gedachten afdwalen. Dat is niet erg, dat is nu eenmaal de aard van de geest.
Ik heb het gevoel dat lichaam en geest eigenlijk heel goede vrienden zijn, echte soulmates als het ware. Maar in dit verhaal heeft mijn lichaam niet naar mijn geest geluisterd. Al lange tijd trok mijn geest aan de arm van mijn lichaam: ‘Stop, gas terug, hou op, doe dat nou niet, je bent moe!’ Maar mijn lichaam bleef doorgaan.
Normaal gesproken kun je in een vriendschap iemand “even laten gaan” in de hoop dat die persoon uiteindelijk zelf inziet wat jij al die tijd al wist. Maar zo werkt het niet met een burn-out. De geest wil dan weg van het lichaam, maar lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En dan is het moment daar: de burn-out.
Een jaar geleden begon het. Ik liep op mijn werk en verloor opeens heel even mijn balans, zomaar uit het niets. Vreemd, dacht ik, maar omdat ik mezelf als een gezonde jongeman zag, ging ik gewoon door met mijn dagen. Die zagen er vaak als volgt uit: ’s ochtends een uur zwemmen, een werkdag, daarna een stuk hardlopen en vervolgens bezoek van mijn vriendin die helemaal uit Groningen kwam, speciaal voor mij! Dit kon ik natuurlijk niet afslaan, alles was belangrijk. Oh mijn god, IK LEEF!
Een week later verloor ik steeds vaker mijn balans, en daar kwamen ook hevige steken in mijn hoofd bij, rechts vooraan, alsof iemand vrolijk met een dolk aan het prikken was. Bovendien werd ik midden in de nacht in paniek wakker. Waarom? Geen idee. Toen viel het kwartje: dit klopt niet.
Nog geen dag later stond ik bij de neuroloog op de stoep. Ik dacht even dat ik een hersentumor had. Na een paar oefeningen kon hij concluderen dat er geen aanwijzingen waren voor een hersentumor. “Je hebt een flinke burn-out”, zei hij.
Wat? Dat woord had ik voor het eerst gehoord toen mijn moeder Desperate Housewives keek. Heb ík dat?
Ja dus, en toen kwam de erkenning. Het accepteren dat je jezelf lichamelijk en geestelijk flink hebt uitgeput, voor langere tijd.
Daarna begon het. Plotseling had de geest door dat het lichaam weer luisterde. Als een trouwe kameraad vond hij het lichaam in een van de loopgraven, zwaar gewond, maar nog in leven. En zodra de geest het lichaam weer naar huis bracht, kwam de pijn. Alles deed pijn, niet te bevatten. Dagen van slapen en weken van nietsdoen volgden.
De duizeligheid en de hoofdpijn verdwenen redelijk snel, maar dat was slechts het begin.
Wanneer er iets voorbij kwam dat het lichaam herkende als vertrouwd (maar slecht), trok het lichaam weer met alle macht aan de geest: GA MEE! Kijk hoe geweldig dit is! Nee, nee, nee, zei de geest, en dit keer luisterde het lichaam wel. Let goed op wat je doet als je weer enthousiast wordt. Sleep je mij dan mee, of kijken we er samen naar en nemen we samen de beslissing?
Zeker na mijn ongeluk, elf jaar geleden, is mijn drang om “te leven” heel groot. Alles eruit halen wat erin zit. Maar nu leer ik dat leven niet gaat om de hoeveelheid dingen die je doet, maar om de aandacht die je schenkt aan lichaam en geest bij wat je doet.
Met veel steun en hulp van vrienden en familie om mij heen gaat het nu de goede kant op. Ik kreeg een boekje van Margriet: De jongen, de mol, de vos en het paard. Twee zinnen uit dit boek spraken mij bijzonder aan:
‘Een van de grootste vrijheden is hoe we op dingen reageren’, zei de mol tegen de jongen.
‘Wat is het moedigste wat je ooit hebt gezegd?’, vroeg de jongen. ‘Help’, zei het paard.
Deze citaten hielpen mij de stap te zetten om hulp te zoeken. Mindfulness* (of voor de nuchtere Hollander; “met je volle aandacht bij jezelf zijn zonder afleiding”) bleek voor mij het antwoord.
Tijdens de eerste ademhalingsoefening begon mijn geest dit verhaal te vormen en uiteindelijk gaf mijn lichaam het zetje om het ook echt op te schrijven. Samen.
*yogabird.nl
Geef een reactie